top of page

Help mij het zelf te doen

Help mij

het zelf

te doen

We geloven dat door kinderen het zelf te laten doen, het zelf te laten ontdekken en het zelf te laten ervaren de kinderen tot een ontwikkeling van de zelfstandigheid kunnen komen en ze verantwoordelijkheid leren dragen.

Maria Montessori

Maria Montessori, geboren in 1870, was de eerste vrouwelijke arts in Italië en werd hoogleraar in de antropologie aan de universiteit van Rome. Door nauwkeurige observaties en proefnemingen kwam Maria Montessori tot een opvoedingsmethode waardoor kinderen met een beperking even goede leerresultaten behaalden als normale kinderen. Hierna paste zij haar methode ook toe op normale kinderen. In opdracht van de regering stichtte zij in de sloppenwijken van Rome haar “Casa dei Bambini”, waarin kinderen wiens beide ouders buitenshuis moesten werken, opgevangen en begeleid werden. De resultaten waren spectaculair. Haar methode werd wereldbekend en in vele landen toegepast. Haar inzicht in en begrip voor kinderen en haar ideeën om hen te helpen bij hun ontwikkeling tot gezonde, evenwichtige en kritische volwassenen, zijn ook vandaag nog actueel en zinvol. Maria Montessori verbleef lange tijd in Spanje en India. Ze bracht haar laatste levensjaren in Nederland door en overleed in 1952 te Noordwijk.

De kernelementen van het gedachtengoed

De gevoelige periode
De voorbereide omgeving
De leefgroepen

"Never help a child with a task at wich he feels he can succeed."

Montessori ontdekte dat kinderen van nature nieuwsgierig zijn, alles willen onderzoeken. Daarbij hebben zij hun omgeving met alles en iedereen hieruit nodig. Zij ontdekte dat kinderen in een bepaalde periode van hun ontwikkeling erg gevoelig kunnen zijn om iets te leren. Tijdens zo'n gevoelige periode is het kind in staat met veel gemak iets onder de knie te krijgen, terwijl het later voor diezelfde vaardigheid veel meer inspanning zou moeten doen.

 

Montessori zocht naar een onderwijsmethode die beter gebruik zou maken van deze gevoelige perioden. Het is van groot belang dat opvoeders vertrouwen hebben in de ontwikkelingskrachten van kinderen. Het kind moet de vrijheid hebben om deze krachten te gebruiken voor de persoonsvorming, zonder dat het daarbij op storende wijze door de omgeving gehinderd wordt.

"Education is a natural process carried out by the child and is not acquired by listening to words but by experiences in the environment."

 

 

De omgeving moet het kind prikkelen tot leren. Hoe meer de omgeving aangepast wordt aan de behoeften van het kind, des te meer zal het kind leren. Dit betekent dat het materiaal goed zichtbaar en overzichtelijk in de lokalen is opgesteld. De kinderen kunnen het materiaal zelf pakken en opruimen.

 

De leerkracht heeft de zorg dat er in de groep een sfeer heerst waar ieder zelfstandig of samen met anderen kan werken. De leeromgeving moet rustig zijn en kinderen moeten leren niet te storen tijdens het werk. Op die manier wordt elk kind in staat gesteld om zich naar eigen aanleg te ontwikkelen.

 

"There is a great sens of community within the Montessori classroom where chidren of differing ages work together in an atmosphere of cooperation rather than competitiveness."

 

Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar.

 

De oudere kinderen kunnen zo de jongere helpen, het geeft hen de gelegenheid de begrippen en vaardigheden die ze geleerd hebben over te dragen.

 

De jongere kinderen zien het materiaal waar de ouderen mee werken. Ze zien naar welk doel ze toewerken. Dit motiveert om moeilijkere werkjes te doen. Dit komt het ontwikkelingsniveau ten goede.

 

Op deze manier ervaren de kinderen verschillende malen in hun schooltijd dat ze de jongste en oudsten van een groep zijn.

 

Het materiaal

"One test of the correctness of eductional procedure is the happiness of the child"

 

 

Het materiaal is een middel om al werkend en handelend begrippen te verwerven en vaardigheden te leren. Het is een schakel tussen het doen en het denken.

 

Montessori ontwierp materiaal dat aan hoge eisen moest voldoen. Het moet aantrekkelijk zijn van vorm en kleur, stevig en zelfcorrigerend. Dit laatste betekent dat kinderen de gemaakte fouten zelf kunnen zien en verbeteren. Daarnaast beschikken de materialen ook over volgende eigenschappen: interesse opwekken, isolatie van de eigenschap, opklimming in moeilijkheid, beperking in hoeveelheid en multifunctionaliteit.

 

De materialen die wij in de klassen hebben, zijn dan ook zeer goed overwogen en degelijk.

De materialen zijn in een aantal categorieën te verdelen: huishoudelijk materiaal, zintuigelijk materiaal en ontwikkelingsmateriaal voor rekenen, taal en kosmische opvoeding.

De leerkracht

"The greatest sign of success for a teacher is to be able to say: the children are now working as if I did not exist."

 

De leerkracht regelt de dagelijkse gang van zaken in de groep; zoals het op gang helpen van de kinderen met het werk, het geven van instructies, het aanbieden van materialen,...

 

De leerkracht zorgt ervoor dat het leren onbelemmerd kan plaatsvinden, zorgt voor een goede sfeer in de klas, zorgt voor de voorbereide omgeving en heeft vertrouwen in de mogelijkheden van en respect voor het eigene van elk kind.

 

De vrijheid van keuze van het materiaal kan in meer of mindere mate gestuurd worden door de leerkracht. Een kind leert op deze wijzen een verantwoorde werkindeling te maken. Zo kunnen er in de leefgroep individuele lesjes, lessen aan kleine groepjes en klassikale lessen voor de gehele groep worden gegeven.

 

De leerkracht houdt de ontwikkeling en de vorderingen bij in de werkschriften, in de zorgmap, op de rapporten,...

 

De zeven beloftes van het Montessorionderwijs

De 10 Montessoriafspraken

  1. Ik beheers mezelf
  2. Ik werk volgens plan
  3. Ik ben altijd bezig
  4. Ik werk steeds mijn taak af
  5. Ik werk net en ruim alles op
  6. Ik stoor de anderen niet
  7. Ik werk nauwkeurig
  8. Ik vermijd lawaai
  9. Ik laat me niet storen
  10. Ik ben altijd beleefd

Montessori & Natuur

bottom of page